(p.52 del Códice es el principio y p. 1 el fin) - C E D L A – Centro de … · 2016-12-19 ·...
Transcript of (p.52 del Códice es el principio y p. 1 el fin) - C E D L A – Centro de … · 2016-12-19 ·...
V I N D 0 BON E N SIS
A N VER S 0
(p.52 del Códice es el principio y p. 1 el fin)
621
- - - -
~m~ ~ . •• :!';jj .
:~·t~.:~ ~~.;.~:.:
o )1 I ~ <rm ;JA tm J.,;. I .......
'"
~U( '\:;., . i:,.
.'1
~
I N D I C E
TOMO I
Introducción
Cap.I El Arte de Escribir
1. La tradición nativa y la conquista 2. Descripción colonial del caraeter de la escritura 3. Pintura florida 4. El tiempo 5. Nacimiento 6. Los Sefiores 7. Natrimonio 8. Lugares 9. Historia 10.El culto II.La mantica 12.Estilo y modo de comunicación
Cap.II El Lugar donde Es;aba el Cielo
I. Una primera impresión 2. Rîo con ~anojo de Plumas 3. El Arbol de Origen 4. La Tradición de Apoala 5. La personalidad del Arbol 6. La pareja desnuda 7. El Embajador del Casamiento 8. La des eendenei a de Sr. 5 Viento y Sra. 9 Lagarto 9. La Pefia del Cielo 10.El prólogo en el cielo 1 I.La primera pareja primordial 12.La segunda pareja primordial 13.Sefior 9 Viento "Quetzalcoatl"
Cap. III Un Largo Levîtico de Ritos
1. El saludo ceremonial 2. El casamiento 3. La perforación de las orejas 4. Una limpia 5. La fiesta del maîz 6. La milpa y la lluvia: textos mixtecos 7. La bebida del pulque 8. La "velada" con los hongos 9. La salida del Sol 10.El Fuego Nuevo 11.Inauguración de Dinastîas
Cap.IV Un Dilatado Reino
1. La Tierra de la Lluvia 2. Cuatro Partes
p.l
p.25
p.27 p.34 p.41 p.46 p.54 p.59 p.62 p.64 p.68 p.73 p.76 p.81
p.85
p.87 p.93 p.99 p.I03 p.I07 p.IIO p.112 p.115 p.120 p.123 p.131 p.138 p.140
p.155
p.157 p.161 p.165 p.171 p.179 p.186 p.192 p.195 p.198 p.206 p.218
p.223
p.225 p.228
Cap.V
3. El contexto de los glifos direccionales 4. Los Barrios de Apoala 5. Oriente 6. Sur 7. Ideas mixtecas sobre la muerte 8. Poniente 9. Centra 10.Norte 11 .Cerro de la Lluvia 12.Lugares en la Mixteca Baja 13.Tilantongo en sus alrededores
Los Senares que trajeron los Handamientos
1. 6Hombres oDioses? 2. Status Real 3. Yya 4. ~uhu 5. Otros Espfritus 6. Tono e Imagen 7. El Bulto Esférico 8. Transformacion en nuhu 9. Los cargadores IO.La Gente de piedra
Cap. VI Historia de los Linajes
I. Generalidades sobre el Reverso del Vindobonensis 2. Se inicia la Dinastia de Tilantongo 3. Dzavui Ndicandii y Ocanana 4. Sr. 8 Venado "Garra de Tigre" 5. Generaciones Posteriores 6. Correlacion con el calendaria cristiano 7. Vna vez más la nariguera tolteca
Cap. VII Cual Hoja al Viento
1. Resumen 2. óRealidad historica? 3. La Vnificacion Mixteca
p.232 p.240 p.244 p.248 p.255 p.261 p.262 p.265 p.268 p.270 p.272
p.279
p.281 p.288 p.292 p.295 p.308 p.311 p.318 p.325 p.332 p.344
p.353
p.355 p.359 p.366 p.385 p.392 p.412 p.418
p.423
p.425 p.428 p.434
TOMO II
Apendices
Notas
1. El rnito de Apoala segun fray Gregorio Garcia 2. Curaciones en Chalcatongo en el siglo XVI 3. Sobre el traslado de Chalcatongo 4. Leyenda de Apoala, segun Don Macario L6pez 5. Costurnbres de Apoala, segun Dona Otilia Alvarado
a la Introducci6n al cap.I al cap.II al cap.III al cap.IV al cap.V al cap.VI al cap.VII
Bibliografia
Figuras C6dice Vindobonensis Reverso C6dice Vindobonensis Anverso
p.443 p.446 p.453 p.453 p.456
p.463 p.465 p.472 p.483 p.490 p.495 p.499 p.S02
p.SOS
p.523 p.607 p.621
S A MEN V A T TIN G
(resumen en holandés)
De Codex Vindobonensis Mexicanus I is een Mixteeks beeldhandschrift, stammend uit de tijd van voor de Spaanse inval in Mexico (1519). Een in het Latijn geschreven tekst op de achterzijde bevestigt dat de codex zich al in 1521 in Europa bevond. De voorzijde van het vouwboek beslaat 52 pagina~s en is in een nauwkeurige en statige stijl beschilderd. De stijl van de achterzijde, die slechts 13 pagina~s telt en van de hand van een andere auteur is, is meer cursief: een aantal aantoonbare fouten doen vermoeden,dat het om een copie gaat.
Voor de interpretatie van de codex is het in eerste instantie
nodig zich rekenschap te geven van de karakteristieken van de oud
Mexicaanse schilder- of schrijfkunst, die men kan aanduiden als
pictografie: een lang en gedetailleerd geheel van informaties
wordt vastgelegd door middel van figuratieve voorstellingen,waar
in meerdere categoriëen van tekens te onderscheiden zijn. Onze
kennis van de tekens en pictografische conventies stoelt vooral op
de analyse van beeldhandschriften uit de vroeg-koloniale tijd,die
verklarende teksten (glossen) in Indiaanse talen of in het Spaans
bevatten.
In tweede instantie is het noodzakelijk om in de codex samen
hangende clusters van informatie (thema~s) te vinden en die te ver
gelijken met gegevens uit andere bronnen - dat zijn niet alleen
beeldhandschriften, kronieken en archiefstukken, maar vooral ook
de nog steeds voortlevende oude gebruiken, kennis en ideëen in
Indiaanse gemeenschappen. Hierbij valt de scheve verhouding op,
dat de Indianen vandaag de dag wel steeds het object van onder
zoek zijn maar zelf niet of nauwelijks deel krijgen aan de resul
taten. Een triest feit, dat samenhangt met de koloniale onder-
drukking waaronder zij nog steeds te lijden hebben, en met de
dubbelhartige mentaliteit van de on-indiaanse bovenlaag, die e-
nerzijds de oude beschavingen nationalistisch bejubelt, ander
zijds de directe erfgenamen van diezelfde beschavingen als pri
mitief discrimineert.
In mijn visie begint de voorzijde van Vindobonensis (p.52)
met een tekst die refereert aan de instelling van de fenomenen,
die het leven op aarde bepalen (dag, nacht, de cycli der godde
lijke natuurkrachten, dood, cultus, water, bergen), en aan enkele
belangrijke oorden van de Mixteekse regio. Dit begin wordt ge
steld in de hemel, d.i. tevens het Hemel-Oord, waarschijnlijk i-
dentiek met de berg Cahua caandihui vlakbij Apoala,
in het Mixteekse Hoogland. Zoals ook verhaald wordt
samengevat door de Dominicaan Gregorio Garcla rond
daar het eerste oerpaar, Heer Hert en Vrouwe
een dorp
in een mythe,
1600, leeft
Hert, ver-
wekkers van een serie veelal niet-menselijke wezens (pp.51-50).
Een aantal van dezen begeeft zich naar een grote boom, waarschijn
lijk ook in Apoala (p.50-IV).
Een tweede Oerpaar wordt gevormd door Heer 8 Krokodil en Vrou
we 4 Hond, ouders van de "Jonge Maisvrouw" en twee dierlijke per
sonages, die jade en goud voorstellen. Dit oerpaar verricht cul
tische handelingen voor dertien met name genoemde stenen (p.49)
Uit een vuursteenmes wordt de protagonist van de codex ge
boren, Heer 9 Wind "Quetzalcoatl"(p.49-IV). Een lijst titels van
deze 'cultuurheros' volgt (p.48-I/II). Hij ontvangt zijn attributen
in het Hemel-Oord en daalt af naar de aarde, waar hij begroet
wordt door het tweede Oerpaar en hun kinderen (pp.48-49). Na een
onderhoud met het eerste Oerpaar neemt hij de taak op zich om het
hemelwater te brengen naar de verschillende oorden van het Mix
teekse land. Door deze handeling bepaalt hij tegelijk voor elk
oord een datum, die niet van chronologische maar waarschijnlijk
van emblematische aard is en die het begin van een specifieke
dynastie markeert. De betreffende plaatsen met hun data worden o~
gesomd in tien pagina~s (pp.47-38). Herkenbaar zijn o.m. Tilan
tonga (Zwarte Stad, p. 42-111), Jal tepec (Zandberg, p. 42-IV), de
grote vulkanen (p.39-I) en, meer hypothetisch, Mogote del Caci
que (Vuursteenstad, p.42-III), Icxitlan , Tequixtepec, Miltepec,
en Tataltepec (Voetplaats, Schelpberg, Pijloord, Vuuroord, p.44
-lIl/IV). De lijst plaatsnaam gliefen wordt afgesloten met der
tien knopen, die kunnen worden geïnterpreteerd als een beklemto
ning van de eenheid van dit hele gebied (p.38-111).
Heer 9 Wind heeft een onderhoud met verschillende afstammelin
gen van het eerste Oerpaar, waarop twee hunner een grote boom
(die van p.50-IV) gaan bewerken. De boom opent zich en "baart"
51 personen (pp.37-35). Twee van dezen, Heer Bloem en Vrouwe
13 Bloem, huwen en krijgen een dochter, Vrouwe 8 Krokodil, de
52ste persoon dus die tot deze groep behoort. De vader, Heer
Bloem, spreekt tot Heer 9 Wind (p.35), die optreedt als 'huwelijks
gezant' en regelt dat een ander uit de boom geboren persoon,Heer
5 Wind, huwt met Vrouwe 8 Krokodil in Rivier met de Handvol Vere~
oftewel Apoala (Yuta tnoho, "Rivier die uitrukt" in het Mixteeks).
Een parallel vormt codex Nuttall p.36, waarop een reeks topony
mische hiërogliefen met die van Apoala tot één geheel zijn samen
gevoegd: ze zijn thuis te brengen als plaatsnamen binnen de val
lei waarin het dorp Apoala zich bevindt, n.l. de waterval en de
grot aan beide uiteinden van de vallei, en de tweede rivier, die
in de vallei samenkomt met de "Rivier die uitrukt".
Het paar Heer 5 Wind en Vrouwe 8 Krokodil wordt gekarakteri
seerd als ouders of voortbrengers van elementen uit de natuur:
planten, ongetemde dieren, onbewerkte stenen en de niet-menselij
ke wezens, die alom inde natuur aanwezig zijn en die de (mense
lijk~ dynastigen hebben ingesteld (p.34). Deze wezens komen over
een met de nog steeds vereerde fiuhu, "Aardgeesten", "Goden", die
inde codices meestal worden uitgebeeld als kleine, steenachtige
figuurtjes met grote tanden.
Heer 9 Wind brengt een offer in Apoala, waar een andere groep,
van 26 personen, samenkomt o.l.v. Heer 4 Slang en Heer 7 Slang,
eerder genoemd als zonen van het eerste Oerpaar (pp.33-32) .Meteen
hierna begint Heer 9 Wind met een vuurboorrite, ter inauguratie
van een reeks tempels en stoombaden (pp.32-IV, 31).
Meerdere rituelen volgen, waaraan steeds personen uit de eer
der genoemde groepen (alle verbonden met Apoala) deelnemen. Een
oordoorboring geeft hun een vorstelijke status (pp.30-27). Een
rite voor mais en regen garandeert de vruchtbaarheid van het land
(pp.27-26). Men drinkt de eerste pulque, een rite, die ook type
rend is voor vorsten (p.25). Door het eten van hallucinogene
paddestoelen wordt een visioen van de toekomst verkregen (p.24).
Na al deze voorbereidingen komt de Zon op, wellicht in Santo
Domingo Tonaltepec (p.23). De verschillende personen verdelen
zich over het Mixteekse land, waarbij zij door middel van vuur
boorriten ceremonieel bezit nemen van hun vorstendommen (pp.22-1).
Er is een duidelijke parallel tussen de in deze pagina~s genoemde
plaatsen en data en die in de lijst van pp.47-38). Onder de
plaatsnamen bevinden zich typisch Mixteekse hierogliefische aan
duidingen van de windrichtingen, die schijnen te corresponderen
met werkelijk bestaande, maar slechts hypothetisch identificeer
bare oorden.
p.21 Schaakbordberg/Gespleten berg:Noorden (Tepeji?)
p.17 As-eiland :Westen (Nejapa?)
p.15 Schedeltempel
p. 13 Heme 1
p.11 Hart van het aardmonster
: Zuiden (Grot in
Chalcatongo)
:Oosten (Cahua caan
dihui bij Apoala)
:Centrum.
De personen die ceremonieel bezit nemen van al deze oorden
worden ook in andere bronnen genoemd: zij zijn de "Heren van A
poala", die de wetten en riten hebben ingesteld en de dynastië
en hebben gesticht. Later werden zij waarschijnlijk als vergod
delijkte voorouders vereerd.
De achterzijde van Vindobonensis behandelt de dynastie van
Tilantongo, een der belangrijkste Mixteekse stadstaten. De infor
matie is vrijwel uitsluitend genealogisch en chronologisch. Door
vergelijking met andere Mixteekse beeldhandschriften (vooral Bod
ley en Nuttall) is de genealogie vrij precies te reconstrueren.De
belangrijkste vorst uit de Mixteekse geschiedschrijving , Heer
8 Hert "Tijgerklauw", wordt behandeld op p.VII-3!p.IX-2. Hij was
een zoon van Heer 5 Krokodil, die de hoogste priesterlijke waar
digheid in de Hemeltempel van Tilantongo had bekleed (p.VI).Door
de Mixteekse dynastiëen te relateren aan de Nahua en Zapoteekse
geschiedenis en lettend op de banden van Heer 8 Hert met de Tol
teken, zou men hem kunnen dateren van 1115 tot 1167 n.C. of 52
jaar eerder.
Zulke chronologische berekeningen situeren het begin van de in
de Mixteekse codices behandelde geschiedenis in de Xde eeuw n.C.,
d.w.z. gelijktijdig met het begin van wat archeologisch de post
klassieke periode wordt genoemd.
De mythische oorsprong van de Mixteekse vorsten uit de Boom
van Apoala, die centraal staat op de voorzijde, is op de vatten
als een in metaforen en religieuze termen gestelde bevestiging
van de aloude ideologische (op tijdruimtelijke ordeningsprincipes
gefundeerde)eenheid van de Mixteekse samenleving. Voor de India
nen, in de huidige crisistoestand van algemene achterstelling en
manipulatie, is de manifestatie van zo'n verbond "van
harten, van jade en goud"(p.38-III) meer dan ooit actueel.