Spaans.docx

8
Aprender Español Begroeting/ saludo: Nederlands Spaans Hoe uitspreken Goedendag/ Goedemorgen Buenos dias Goedemiddag Buenas tardes Goedenavond/ nacht Buenas Noches Buenas notses Welkom Bienvenidos Bienbenidos Hoe heet je? ¿Cómo te Ilamas? Como teljamas Ik heet… Me Ilamo... Meljamo Aangenaam kennis maken Encantado de conocerte Incantado de conocerte Tot ziens Adiós Goede reis Buen viaje Buen viaché Tot straks Hasta luego Tot later Hasta otra Tot volgende week Hasta la semana que viene Tot volgende maand Hasta el mes que viene Tot volgend jaar Hasta el año que viene Een klein gesprek /un poco de conversación: Nederlands Spaans Hoe uitspreken Ja Si Nee No Alstublieft Por favor Bedankt Gracias Graag gedaan De nada Hoe gaat het met U? ¿Cómo está? Hoe gaat het met JE? ¿Cómo estás? Goed, bedankt Bien, gracias Praten Charlar Tsarlar Spreken Hablar Zeggen Decir Het huis/ la casa: Nederlands Spaans Hoe uitspreken De WC El baño El banjo De badkamer El cuarto de baño Telwoorden/ números: Nederlands Spaans Nederlands Spaans

Transcript of Spaans.docx

Espaol

Aprender Espaol Begroeting/ saludo:NederlandsSpaansHoe uitspreken

Goedendag/ GoedemorgenBuenos dias

GoedemiddagBuenas tardes

Goedenavond/ nachtBuenas NochesBuenas notses

WelkomBienvenidosBienbenidos

Hoe heet je?Cmo te Ilamas?Como teljamas

Ik heetMe Ilamo...Meljamo

Aangenaam kennis makenEncantado de conocerteIncantado de conocerte

Tot ziensAdis

Goede reisBuen viajeBuen viach

Tot straksHasta luego

Tot laterHasta otra

Tot volgende weekHasta la semana que viene

Tot volgende maandHasta el mes que viene

Tot volgend jaarHasta el ao que viene

Een klein gesprek/un poco de conversacin: NederlandsSpaansHoe uitspreken

JaSi

Nee No

AlstublieftPor favor

BedanktGracias

Graag gedaanDe nada

Hoe gaat het met U?Cmo est?

Hoe gaat het met JE?Cmo ests?

Goed, bedanktBien, gracias

Praten Charlar Tsarlar

Spreken Hablar

Zeggen Decir

Het huis/ la casa: NederlandsSpaansHoe uitspreken

De WCEl baoEl banjo

De badkamerEl cuarto de bao

Telwoorden/ nmeros:NederlandsSpaansNederlandsSpaans

0Cero21 Veintiuno

1Uno22Veintids

2Dos23Veintitrs

3Tres24Veinticuatro

4Cuatro25Veinticinco

5Cinco26Veintisis

6Seis27Veintisiete

7Siete28Veintiocho

8Ocho29Veintinueve

9Nueve30 Treinta

10Diez31Treinta y uno

11Once32Treinta y dos

12Doce40Cuarenta

13Trece50Cincuenta

14Catorce 60Sesenta

15Quince qinc70Setenta

16Diecisis80Ochenta

17Diecisiete90Noventa

18Dieciocho100Cien

19Diecinueve101Ciento uno

20Veinte 122Ciento veintids

De vier windstreken + richting/ los cuatro vientos + direccin:NederlandsSpaansHoe uitspreken

OostEsteEst

West Oeste Ooest (hoe ist h)

NoordNorteNort

Zuid Sur

LinksIzquierda

Rechts Derecha

RecthdoorRecto

Rangtelwoorden/ Ordinales:NederlandsSpaansHoe uitspreken

EerstePrimero

Tweede Segundo

DerdeTercero

VierdeCuarto

VijfdeQuinto

ZesdeSexto

ZevendeSptimo

AchtsteOctavo

NegendeNoveno

TiendeDcimo

De laatsteEl ltimo

De eersteEl primero

Vrienden / amigos: NederlandsSpaansHoe uitspreken

De vriendEl amigo/ el novio

De vriendinLa amiga/ la novia

De kameraadLa camarada

Kleuren/ color: NederlandsSpaansHoe uitspreken

RoodRojoRocho

OranjeNaranjaNarancha

GeelAmarilloAmariljo

GroenVerde

Blauw Azul

RozeRosa

WitBlanco

ZwartNegro

Grijs Gris

De tijd/ el tiempo:NederlandsSpaansHoe uitspreken

SecondeSegundo

MinuutMinuto

KwartierCuarto de hora

Half uurMedia hora

Het uurLa hora

De dagEl dia

De week La semana

De maandEl mes

Het jaarEl ao

Hoe laat is het?Qu hora es?

Dagen van de week/ Typ tekst of een websiteadres of vertaal een document.

Vertalen uit het: Deensda de la semana:NederlandsSpaansHoe uitspreken

MaandagLunes

DinsdagMartes

WoensdagMircoles

DonderdagJuevesChuvs

VrijdagviernesBiernes

ZaterdagSbado

ZondagDomingo

Het weekeindeEl fin de semana

De maanden van het jaar/ Los meses del ao:NederlandsSpaansHoe uitspreken

JanuariEnero

FebruariFebrero

MaartMarzo

AprilAbril

MeiMayo

JuniJunioChunio

JuliJulio Chulio

AugustusAgosto

SeptemberSeptiembre

Oktober OctubreOctubr

NovemberNoviembre

DecemberDiciembre

De seizoenen/ estaciones:NederlandsSpaansHoe uitspreken

De lenteLa primaver

De zomerLe verano

De herfstEl otoo

De winterEl invierno El inbierno

Winkels + transport/ tiendas + transporte:NederlandsSpaansHoe uitspreken

De bakkerLa panaderia

De slagerLa carniceria

De apotheekLa pharmacia

De boekwinkelLa libreria

De supermarktEl supermercado

De kledingzaakLa tienda de ropa

De marktEl mercado

AutoAuto

FietsBicicletta

TreinTren

Bus bus

NederlandsSpaansHoe uitspreken

BoomArbol

PlantenPlantas

BloemenFlor

HondPerro

PoesGato

VogelPajaro/ pajarito

LichtLuz

AppelMansana

PeerPera

BanaanBanana

AardbeiFrutilla

MeloenMelon

PompelmoesToronga

AppelsienNaranja

MandarijnMandarina

KersCeresa

LemoenLemon

TomaatTomate

AjuinCebolla

LoookAjo

VisPescado

VleesCarne

GroentenVegetales

SlaEnsalada

KomkommerPepino

SpanjeEspaa

BelgiBelgica

FrankrijkFrancia

EngelandInglaterra

AmerikaEstades unidos

DuitslandAlemania

Estar (zijn) Ser (zijn)

Ik benYo Estoy Yo Soy

Jij bentTuEsts TuEres

Hij/ zij isEl/ ellaEst El/ ellaEs

Wij zijnNosotros Estamos Nosotros Somos

Jullie zijnVosotros Estis Vosotros Sois

Zij zijnEllos/ ellas Estn Ellos/ ellas Son

U/ u (meerv.)Usted/esEst(n) Usted/esEs/ son

Ik wasYo Estuve

Tener (hebben)

Ik hebYo Tengo

Jij hebtTuTienes

Hij/ zij heeftEl/ ellaTiene

Wij hebbenNosotros Tenemos

Jullie hebbenVosotros Teneis

Zij hebbenEllos/ ellas Tienen

u/ u (meerv.) Usted/ esTiene(n)

Ir (gaan)

Ik gaYo Voy

Jij gaatTuVas

Hij/ zij gaatEl/ ellaVa

Wij gaanNosotros Vamos

Jullie gaanVosotros Vais

Zij gaan Ellos/ ellas Van

u/ u (meerv.) Usted/ esVa(n)

Querer (willen)

Ik wilYo Quiero

Jij wilt TuQuieres

Hij/ zij wiltEl/ ellaQuiere

Wij willenNosotros Queremos

Jullie willenVosotros Queris

Zij wilt Ellos/ ellas Quieren

u/ u (meerv.) Usted/ esQuiere(n)

Werkwoorden: ZijnEstar Yo estoy

Willen Querer Yo quiero

HebbenTener Yo tengo

Kunnen / mogen PoderYo puedo

Kennen Conocer Yo conozco

Slapen DormirYo duermo

Gaan Ir Yo voy

Eten ComerYo como

DrinkenBeber Yo bebo

NemenTomarYo tomo

WonenVivirYo vivo

KijkenVer Yo veo

LopenAndar Yo ando

ZoekenBuscar Yo busco

KokenCocinarYo cocino

StuderenEstudiar Yo estudio

PratenHablarYo hablo

LerenAprenderYo aprendo

DenkenCreer Yo creo

LezenLeer Yo leo

BeantwoordenResponder Yo respondo

OpenenAbrir Yo abro

BesprekenDebatirYo debato

SchrijvenEscribir Yo escribo

Denken PensarYo pienso

Doen Hacer Yo hago

Vraagwoorden: NederlandsSpaansHoe uitspreken

Wat?Qu?

Wie?Quin?

Waar?Dnde?

Hoe? Cmo?

Wanneer? Cundo?

Waarom? Por qu?

En Y

Of o

NederlandsSpaansHoe uitspreken

BoomArbol

PlantenPlantas

BloemenFlor

HondPerro

PoesGato

VogelPajaro/ pajarito

LichtLuz

AppelMansana

PeerPera

BanaanBanana

AardbeiFrutilla

MeloenMelon

PompelmoesToronga

AppelsienNaranja

MandarijnMandarina

KersCeresa

LemoenLemon

TomaatTomate

AjuinCebolla

LoookAjo

VisPescado

VleesCarne

GroentenVegetales

SlaEnsalada

KomkommerPepino

SpanjeEspaa

BelgiBelgica

FrankrijkFrancia

EngelandInglaterra

AmerikaEstades unidos

DuitslandAlemania

GoedBueno/ bien

SlechtMal/ malo

MooiBonito

LelijkFeo

LekkerRico/ rica

GrootGrande

KleinChico

WarmCalliente

KoudFrio

HoogAlto

LaagBajo

VerLechos

DichtbijCerc

NatMojado

DroogSeco